Heeft u een AutoCAD vraag?

Voordat je een vraag plaatst altijd eerst even de zoek functie gebruiken!

Ga naar het onderwerp en stel uw vraag onderaan de pagina.

Hiermee beheert u gedefinieerde gebruikerscoördinatenstelsels.

Oproepmethoden

UCSMAN Knop


ac.mouse Lint: tabblad View > paneel Coordinate > Named
ac.mouse Menu: Tools > Named UCS
ac.mouse Werkbalk: UCS

Dialoogvenster UCS

Hiermee beheert u de vensterinstellingen voor het UCS en het UCS-pictogram.

Hiermee kunt u eerder gedefinieerde UCS-en in een lijst weergeven, hernoemen en herstellen, en de instellingen van het UCS en het UCS-pictogram voor vensters regelen.

Lijst met tabbladen

Het dialoogvenster UCS bevat de volgende tabbladen:

  • Named UCSs
  • Orthographic UCSs
  • Settings

Tabblad Named UCSs (Dialoogvenster UCS)
Op dit tabblad staan de gebruikerscoördinatenstelsels en kunt u het actieve UCS instellen.

Current UCS
Hier ziet u de naam van het actieve UCS. Als het gebruikerscoördinatenstelsel niet is opgeslagen en geen naam heeft gekregen, wordt hier de waarde UNNAMED weergegeven.

UCS Names List
Hier worden de coördinatenstelsels weergegeven die in de actieve tekening zijn gedefinieerd. Als er meerdere vensters zijn en meerdere naamloze UCS-instellingen, bevat de lijst alleen het naamloze UCS van het actieve venster. Naamloze UCS-definities die zijn vergrendeld in andere vensters (systeemvariabele UCSVP = 1), worden niet in het actieve venster weergegeven. Een aanwijzer geeft het actieve gebruikerscoördinatenstelsel aan.

UNNAMED is altijd de eerste vermelding in de lijst als het actieve UCS geen naam heeft. World wordt altijd weergegeven en kan niet worden hernoemd of verwijderd. Als u tijdens de huidige bewerkingssessie andere coördinatenstelsels definieert voor het actieve venster, wordt de vermelding Previous toegevoegd. U kunt de coördinatenstelsels doorlopen door herhaaldelijk Previous en Set Current te selecteren.

Als u de naam van een UCS aan deze lijst wilt toevoegen, gebruikt u de optie Save van de opdracht UCS.

Set Current
Hiermee herstelt u het geselecteerde coördinatenstelsel. U kunt een geselecteerd coördinatenstelsel ook herstellen door te dubbelklikken op de stelselnaam in de lijst of door er met de rechtermuisknop op te klikken en Set Current te kiezen.

Details
Hiermee opent u het dialoogvenster UCS Details dat de coördinaatgegevens van het UCS weergeeft. U kunt ook details van een geselecteerd coördinatenstelsel bekijken door met de rechtermuisknop op de naam van het stelsel te klikken en vervolgens Details te kiezen.

Rename (alleen in snelmenu)
Hiermee wijzigt u de naam van een aangepast UCS. De naam van het UCS World kunt u niet wijzigen.

Delete (alleen in snelmenu)
Hiermee verwijdert u een aangepast UCS. Het UCS World kunt u niet verwijderen.

Tabblad Orthographic UCSs (Dialoogvenster UCS)
Gebruik dit tabblad om het UCS te wijzigen in één van de orthogonale UCS-instellingen.

Current UCS
Hier ziet u de naam van het actieve UCS. Als het gebruikerscoördinatenstelsel niet is opgeslagen en geen naam heeft gekregen, wordt hier de waarde UNNAMED weergegeven.

Orthographic UCS Names
Hier ziet u de zes orthogonale coördinatenstelsels die zijn gedefinieerd in de actieve tekening. De orthogonale coördinatenstelsels worden relatief gedefinieerd ten opzichte van het UCS dat is opgegeven in de lijst Relative To.

  • Name. Hier ziet u de naam van het orthogonale coördinatenstelsel.
  • Depth. De afstand tussen het XY-vlak van het orthogonale UCS en een parallel vlak dat door de oorsprong van het coördinatenstelsel loopt dat met de systeemvariabele UCSBASE is opgegeven. Het parallelle vlak van het UCSBASE-coördinatenstelsel kan een XY-, YZ- of XZ-vlak zijn.
    OpmerkingU kunt de diepte of een nieuwe oorsprong opgeven voor het geselecteerde orthogonale UCS. Zie de optie Depth.

Set Current
Hiermee herstelt u het geselecteerde coördinatenstelsel.

Details

Hiermee opent u het dialoogvenster UCS Details dat de coördinaatgegevens van het UCS weergeeft. U kunt ook details van een geselecteerd coördinatenstelsel bekijken door met de rechtermuisknop op de naam van het stelsel te klikken en vervolgens Details te kiezen.

Relative To
Hiermee geeft u het basiscoördinatenstelsel voor het definiëren van de orthogonale gebruikerscoördinatenstelsels. Standaard is WCS het basiscoördinatenstelsel.

Wanneer u de instelling van Relative To wijzigt, wordt de oorsprong van het geselecteerde orthogonale UCS hersteld in de standaardpositie.

Als u een orthogonaal coördinatenstelsel in een tekening opslaat als onderdeel van een vensterconfiguratie, of als u voor Relative To een andere instelling kiest dan World, wordt de naam van het orthogonale coördinatenstelsel gewijzigd in UNNAMED om het te onderscheiden van het vooraf gedefinieerde orthogonale coördinatenstelsel.

Reset (alleen in snelmenu)
Hiermee herstelt u de oorsprong van het geselecteerde orthogonale coördinatenstelsel. De oorsprong wordt dan weer op de standaardpositie (0,0,0) geplaatst ten opzichte van het opgegeven basiscoördinatenstelsel.

Depth (snelmenu of dubbelklikken)
Hiermee geeft u de afstand op tussen het XY-vlak van het orthogonale gebruikerscoördinatenstelsel en een parallel vlak dat door de oorsprong van het coördinatenstelsel loopt. Voer in het dialoogvenster Orthographic UCS Depth een waarde in of klik op de knop Select New Origin om met het aanwijsapparaat een nieuwe diepte of een nieuwe oorsprong op te geven.

Tabblad Settings (dialoogvenster UCS)
Op dit tabblad kunt u instellingen voor het UCS-pictogram en UCS-instellingen die zijn opgeslagen met een venster, weergeven en wijzigen.

UCS Icon Settings
Hiermee geeft u de weergave-instellingen voor het pictogram van het gebruikerscoördinatenstelsel voor het actieve venster op.

On
Hiermee geeft u het pictogram van het gebruikerscoördinatenstelsel in het actieve venster weer.

Display at UCS Origin Point
Hiermee geeft u het pictogram van het gebruikerscoördinatenstelsel bij de oorsprong van het actieve coördinatenstelsel voor het actieve venster weer. Als deze optie wordt uitgeschakeld, of als de oorsprong van het coördinatenstelsel niet zichtbaar is in het venster, wordt het UCS-pictogram weergegeven in de linkerbenedenhoek van het venster.

Apply to All Active Viewports
Hiermee past u de instellingen voor het pictogram van het gebruikerscoördinatenstelsel toe op alle actieve vensters in de actieve tekening.

UCS Settings
Hiermee geeft u op hoe het gebruikerscoördinatenstelsel zich moet gedragen wanneer de instelling van het gebruikerscoördinatenstelsel wordt bijgewerkt.

Save UCS with Viewport
Hiermee worden de UCS-instellingen samen met het venster opgeslagen (systeemvariabele UCSVP). Als deze optie wordt uitgeschakeld, wordt in het venster het UCS weergegeven van het actieve venster.

Update View to Plan When UCS Is Changed
Hiermee zorgt u ervoor dat het bovenaanzicht wordt hersteld wanneer het coördinatenstelsel in het venster wordt gewijzigd. (systeemvariabele UCSFOLLOW)

Dialoogvenster Orthographic UCS Depth

Hier kunt u de diepte voor een orthogonale UCS specificeren.

Oproepmethoden
Snelmenu: Klik met de rechtermuisknop in de lijst Orthographic UCSs. Klik op Depth.

De volgende opties worden weergegeven:

Front Depth
Hiermee geeft u de afstand op tussen het XY-vlak van het orthogonale gebruikerscoördinatenstelsel en een parallel vlak dat door de oorsprong van het coördinatenstelsel loopt.

Selecteer New Origin
Hiermee sluit u het dialoogvenster tijdelijk, zodat u met de aanwijzer een nieuwe dieptelocatie in de tekening kunt specificeren. Wanneer u de oorsprong van de geselecteerde orthogonale UCS-en naar de standaardlocatie (0,0,0) wilt herstellen, klikt u met de rechtermuisknop en klikt u vervolgens op Reset.

Dialoogvenster UCS Details

Dit dialoogvenster bevat informatie over de oorsprong en assen van het geselecteerde UCS.

De oorsprong en de waarden voor de X-, Y- en Z-assen worden standaard berekend ten opzichte van het wereldcoördinatenstelsel.

De volgende opties worden weergegeven:

Name
Hier wordt de naam van het actieve benoemde gebruikerscoördinatenstelsel weergegeven.

Origin
Hier wordt de oorsprong van het gebruikerscoördinatenstelsel ten opzichte van het gebruikerscoördinatenstelsel dat bij Relative To is geselecteerd, weergegeven.

X Axis
Hier worden de waarden voor de X-as ten opzichte van het gebruikerscoördinatenstelsel dat is geselecteerd bij Relative To, weergegeven.

Y Axis
Hier worden de waarden voor de Y-as ten opzichte van het gebruikerscoördinatenstelsel dat is geselecteerd bij Relative To, weergegeven.

Z Axis

Hier worden de waarden voor de Z-as ten opzichte van het gebruikerscoördinatenstelsel dat is geselecteerd bij Relative To, weergegeven.

Relative To

Hiermee stelt u een basiscoördinatenstelsel voor het berekenen van de waarden voor Origin, X Axis, Y Axis en Z Axis in. (systeemvariabele UCSBASE)

SketchUp Pro - Stunt aanbieding