SURFTRIM

Hiermee worden gedeelten van een oppervlak bijgesneden waar het een ander oppervlak of type geometrie raakt.

Oproepmethoden

Knop


Lint: tabblad Surface > paneel Edit > Trim
Menu: Modify > Surface Editing > Trim
Werkbalk: Surface Editing

Hiermee worden gedeelten van een oppervlak bijgesneden waar het een kromme, 2D-entiteit of ander oppervlak raakt of in tweëen deelt.



Als de systeemvariabele SURFACEASSOCIATIVITY is ingesteld op 1, wordt het bijgesneden oppervlak telkens bijgewerkt wanneer de bijsnijdranden worden aangepast.

De volgende prompts worden weergegeven.

Select Surfaces or Regions to Trim
Selecteer een of meer oppervlakken of 2D-entiteiten die u wilt bijsnijden.

Select Cutting Curves, Surfaces, or Regions
Krommen die gebruikt kunnen worden als bijsnijdrand zijn onder andere lijnen, bogen, cirkels, ellipsen, 2D-polylijnen, 2D-spline-polylijnen, 2D-kromme-polylijnen, 3D-polylijnen, 3D-spline-polylijnen, splines en helices. U kunt ook oppervlakken en 2D-entiteiten als bijsnijdgrenzen gebruiken.

Select Area to Trim
Selecteer een of meer te verwijderen 2D-entiteiten op een oppervlak.

Extend
Hiermee bepaalt u of het snij-oppervlak wordt bijgesneden zodat deze aansluit op het bijgesneden oppervlak.

Projection Direction
De snijgeometrie wordt op het oppervlak geprojecteerd. Hiermee wordt de projectiehoek als volgt bepaald: