Heeft u een AutoCAD vraag?

Voordat je een vraag plaatst altijd eerst even de zoek functie gebruiken!

Ga naar het onderwerp en stel uw vraag onderaan de pagina.

Hiermee wordt een spotlight gemaakt dat een lichtkegel in een bepaalde richting uitstraalt.

Oproepmethoden

SPOTLIGHT Knop
ac.mouse Lint: tabblad Visualize > paneel Lights > Spot
ac.mouse Menu: View > Render > Light > New Spotlight
ac.mouse Werkbalk: Lights

Een spotlightdistributie werpt een gerichte lichtstraal, zoals een zaklantaarn, een volgspot in een theater, of een koplamp.

De volgende prompts worden weergegeven.

Specify source location : voer coördinaatwaarden in of gebruik de aanwijzer

Specify target location : voer coördinaatwaarden in of gebruik de aanwijzer

Als de systeemvariabele LIGHTINGUNITS op 0 is ingesteld, wordt de volgende prompt weergegeven:

Enter an option to change [Name/Intensity/Status/Hotspot/Falloff/shadoW/Attenuation/Color/eXit] :

Als de systeemvariabele LIGHTINGUNITS op 1 of 2 is ingesteld, wordt de volgende prompt weergegeven:

Enter an option to change [Name/Intensity factor/Photometry/Status/Hotspot/Falloff/shadoW/Attenuation/filterColor/eXit] :
OpmerkingWanneer de systeemvariabele LIGHTINGUNITS op 1 of 2 is ingesteld, wordt de optie Attenuation bij het maken van het licht genegeerd. Deze optie wordt alleen gehandhaafd voor scriptcompatibiliteit.

Name
Hier kunt u de naam van het licht opgeven. U kunt kleine en hoofdletters, getallen, spaties, liggende streepjes (-) en onderstrepingstekens (_) in de naam gebruiken.

Intensity/Intensity Factor
Hiermee stelt u de intensiteit of helderheid van het licht in. Het bereik is 0.00 tot de maximumwaarde die door uw systeem wordt ondersteund.

Hotspot
Hiermee definieert u de hoek voor de helderste lichtkegel. Dit wordt ook wel de straalhoek genoemd. Deze waarde kan variëren van 0 tot 160 graden of kan de equivalente waarde op basis van AUNITS zijn.

Falloff
Hiermee geeft u de hoek op voor de volledige lichtkegel. Dit wordt ook wel de veldhoek genoemd. De instelling kan een waarde zijn van 0 tot 160 graden. De standaardinstelling is 50 graden of de equivalente waarde op basis van AUNITS. De lichtafnamehoek moet groter zijn dan of gelijk zijn aan de hotspothoek.

Status
Hiermee schakelt u het licht in en uit.

Photometry
In fotometrie worden de lichtsterkten van zichtbare lichtbronnen gemeten. Deze optie is beschikbaar wanneer de systeemvariabele LIGHTINGUNITS op 1 of 2 is ingesteld.

In fotometrie is lichtsterkte een maat voor het waargenomen vermogen dat door een lichtbron in een bepaalde richting wordt uitgestraald. Lichtstroom is het waargenomen vermogen per eenheid hoekvolume. De totale lichtstroom voor een lamp is het waargenomen vermogen dat in alle richtingen wordt uitgestraald. Helderheid is de totale invallende lichtstroom op een oppervlak per oppervlakte-eenheid.

Intensity
Typ een waarde voor de lichtsterkte in candela's, het waargenomen vermogen in een lichtstroomwaarde, of een verlichtingswaarde voor de totale invallende lichtstroom op een oppervlak.

  • candela (afkorting: cd) is de SI-eenheid van lichtsterkte (waargenomen vermogen dat door een lichtbron in een bepaalde richting wordt uitgestraald). Cd/Sr
  • lux (afkorting: lx) is de SI-eenheid van verlichtingssterkte. Lm/m^2
  • voetkaars (afkorting: fc) is de Amerikaanse eenheid van verlichtingssterkte. Lm/ft^2

Typ f om het waargenomen vermogen in een lichtstroomwaarde op te geven.

Als u i typt, kunt u de sterkte van het licht op basis van een verlichtingswaarde opgeven.

De verlichtingswaarde kan in lux of voetkaarsen worden opgegeven. Typ d om een afstand op te geven voor het berekenen van verlichting.

Color
Specificeer de kleur van het licht op basis van een kleurnaam of een tempatuur in Kelvin. Typ ? om een lijst met kleurnamen weer te geven.

Typ een tekstreeks met jokertekens om een lijst met bepaalde kleurnamen weer te geven, of een sterretje (*) om alle mogelijke opties weer te geven.

Als u k typt, kunt u de kleur van het licht specificeren op basis van een temperatuurwaarde in Kelvin.

Shadow
Hiermee geeft u op dat door toepassing van licht schaduwen moeten ontstaan.

Off
Hiermee kunt u de weergave en berekening van schaduwen voor het licht uitschakelen. Wanneer u schaduwen uitschakelt, worden de systeemprestaties beter.

Sharp
Toont schaduwen met scherpe randen. Gebruik deze optie om prestaties te verbeteren.

Soft Mapped
Hiermee kunt u realistische schaduwen met zachte randen weergeven.

  • Map Size. Hiermee kunt u opgeven hoeveel geheugen gebruikt moet worden om de schaduwprojectie te berekenen.
  • Softness. Hiermee kunt u opgeven welke zachtheid gebruikt moet worden om de schaduwprojectie te berekenen.

Soft Sampled
Hiermee worden realistische schaduwen met zachtere halfschaduwen weergegeven op basis van gespreide lichtbronnen.

Geef de vorm van de schaduw op door s te typen en dan de bematingen van de vorm in te voeren. (Bijvoorbeeld de straal van de bol of de lengte en breedte van een rechthoek.)

Geef de samplegrootte op door a te typen.

Geef de zichtbaarheid van de vorm voor de schaduw op door v te typen.

Attenuation

Attenuation Type
Met deze optie bepaalt u in welke mate de lichtsterkte afneemt naarmate de afstand tot de lichtbron groter wordt. Hoe verder een object verwijderd is van een spotlight, hoe donkerder het object lijkt. Lichtafname wordt ook wel vermindering van lichtsterkte genoemd.

  • None. Hiermee geeft u aan dat de lichtsterkte niet moet afnemen. Objecten die ver zijn verwijderd van het spotlight worden net zo helder verlicht als objecten die dicht bij het spotlight liggen.
  • Inverse Linear. Hiermee geeft u aan dat de lichtsterkte omgekeerd evenredig moet afnemen met de lineaire afstand tot het licht. Op een afstand van 2 eenheden is de lichtsterkte bijvoorbeeld half zo sterk als vlakbij het spotlight. Op een afstand van 4 eenheden is de lichtsterkte viermaal zo zwak als vlakbij het spotlight. De standaardwaarde voor de intensiteit die omgekeerd evenredig met de afstand afneemt (inverse lineair), is de helft van de maximale intensiteit.
  • Inverse Squared. Hiermee geeft u aan dat de lichtsterkte omgekeerd evenredig moet afnemen met het kwadraat van de afstand tot het licht. Op een afstand van 2 eenheden is de lichtsterkte viermaal zo zwak als vlakbij het spotlight. Op een afstand van 4 eenheden is het licht zestienmaal zo zwak als vlakbij het spotlight.

Use Limits
Hiermee geeft u op of grenzen moeten worden gebruikt.

Attenuation Start Limit
Hiermee geeft u het punt op waar licht als een parallelle verplaatsing vanaf het midden van het licht begint. De standaardinstelling is 0.

Attenuation End Limit

Hiermee geeft u het punt op waar licht als een parallelle verplaatsing vanaf het midden van het licht eindigt. Na dit punt schijnt er geen licht. Het instellen van een eindgrens verbetert prestaties, aangezien het lichteffect hier zo klein is dat de berekeningen onnodig verwerkingstijd in beslag nemen.

Color/Filter Color
Hiermee kunt u de kleur van het licht regelen.

True Color
Hier kunt u een True Color specificeren. Voer de indeling R,G,B (rood, groen, blauw) in.

Index
Hiermee kunt u een ACI-kleur (AutoCAD Color Index) opgeven.

HSL
Hiermee wordt een HSL-kleur (Hue, Saturation, Luminance) gespecificeerd.

Color Book

Hiermee kunt u een kleur uit een kleurenboek opgeven.

Exit
Hiermee sluit u de opdracht af.

SketchUp Pro - Stunt aanbieding