Onderwerpen in deze sectie
PAGESETUP
Hiermee kunt u de pagina-indeling, het plotapparaat, papierformaat en andere instellingen voor elke nieuwe lay-out bepalen.
PAN
Hiermee verplaatst u het aanzicht vlak ten opzichte van het scherm.
PARAMETERS
Hiermee bestuurt u de gekoppelde parameters die gebruikt worden in de tekening.
PARTIALOAD
Hiermee laadt u aanvullende geometrie in een gedeeltelijk geopende tekening.
PARTIALOPEN
Hiermee laadt u geometrie en benoemde objecten vanuit een geselecteerd aanzicht of een geselecteerde laag in een tekening.
PASTEASHYPERLINK
Hiermee maakt u een hyperlink naar een bestand, en koppelt u deze aan een geselecteerd object.
PASTEBLOCK
Met deze optie plakt u objecten van het Klembord als een blok in de actieve tekening.
PASTECLIP
Met deze optie plakt u objecten van het Klembord in de actieve tekening.
PASTEORIG
Met deze optie plakt u objecten van het Klembord in de actieve tekening met de oorspronkelijke coördinaten.
PASTESPEC
Met deze optie plakt u objecten van het Klembord in de actieve tekening en beheert u de gegevensindeling.
PCINWIZARD
Hiermee geeft u een wizard weer voor het importeren van plotinstellingen van PCP- en PC2-configuratiebestanden in het tabblad Model of in de actieve lay-out.
PDFADJUST
Hiermee worden de instellingen voor vervaging, contrast en monochroom van een PDF-underlay aangepast.
PDFATTACH
Hiermee wordt een PDF-bestand als een underlay in de actieve tekening ingevoegd.
PDFCLIP
Hiermee wordt de weergave van een geselecteerde PDF-underlay bijgesneden op een gespecificeerde grens.
PDFLAYERS
Hiermee wordt de weergave van lagen in een PDF-underlay bepaald.
PEDIT
Hiermee worden polylijnen en 3D-veelhoekmeshes bewerkt.
PFACE
Hiermee tekent u een 3D-veelvlakmesh met behulp van opgegeven hoekpunten.
PLAN
Hiermee wordt het orthografische aanzicht van het XY-vlak van een door de gebruiker opgegeven coördinatenstelsel weergegeven.
PLANESURF
Hiermee maakt u een planair oppervlak.
PLINE
Hiermee wordt een 2D-polylijn gemaakt.
PLOT
Hiermee plot u een tekening naar een plotter, printer of bestand.
PLOTSTAMP
Hiermee plaatst u een plotaanduiding op een opgegeven hoek van elke tekening en slaat u deze op in een logbestand.
PLOTSTYLE
Hiermee beheert u de benoemde plotstijlen die aan de actieve lay-out gekoppeld zijn en aan objecten kunnen worden toegewezen.
PLOTTERMANAGER
Hiermee geeft u de Plotter Manager weer, waarmee u een plotterconfiguratie kunt toevoegen of bewerken.
PNGOUT
Hiermee slaat u geselecteerde objecten op in een bestand met een Portable Network Graphics-indeling.
POINT
Hiermee wordt een puntobject gemaakt.
POINTCLOUD
Hiermee beschikt u over opties om een geïndexeerd puntenwolkbestand te maken en te koppelen.
POINTLIGHT
Hiermee wordt een puntlicht gemaakt dat vanuit een bepaald standpunt in alle richtingen licht uitstraalt.
POLYGON
Hiermee tekent u een gelijkzijdige gesloten polylijn.
POLYSOLID
Hiermee wordt een muurachtig 3D-polyvolume gemaakt.
PRESSPULL
Hiermee worden omkaderde gebieden ingedrukt of uitgetrokken.
PREVIEW
Hiermee geeft u de tekening weer zoals deze geplot gaat worden.
PROJECTGEOMETRY
Hiermee projecteert u punten, lijnen of krommen uit verschillende richtingen op een 3D-volume of oppervlak.
PROPERTIES
Hiermee bepaalt u eigenschappen van bestaande objecten.
PSETUPIN
Hiermee importeert u een door de gebruiker gedefinieerde pagina-instelling in een nieuwe tekeninglay-out.
PSPACE
Hiermee schakelt u in een lay-out van het werkvlak in een venster naar het papierkader.
PUBLISH
Hiermee worden tekeningen naar DWF-, DWFx- of PDF-bestanden of naar plotters gepubliceerd.
PUBLISHTOWEB
Hiermee maakt u HTML-pagina’s waarin afbeeldingen van geselecteerde tekeningen zijn opgenomen.
PURGE
Hiermee kunt u ongebruikte items, zoals blokdefinities en lagen, uit de tekening verwijderen.
PYRAMID
Hiermee maakt u een 3D-volumepiramide.