Oproepmethoden




De opdracht MEASUREGEOM voert veel van dezelfde berekeningen uit als de volgende opdrachten:
- AREA
- DIST
- MASSPROP
Enter an option [Distance/Radius/Angle/ARea/Volume] <Distance>: geef afstand, straal, hoek, gebied of inhoud op
Achter de opdrachtprompt en in de knopinfo wordt informatie in de actieve eenheden weergegeven.
Distance
Hiermee meet u de afstand tussen opgegeven punten. Achter de opdrachtprompt en in de knopinfo wordt het volgende weergegeven:
- De huidige X-as van het UCS
- Afstand in X-richting (DeltaX)
- Astand in Y-richting (Delta Y)
Een voorlopig totaal van de afstand wordt berekend op basis van bestaande lijnsegmenten en de huidige elastische lijn. Terwijl u de cursor beweegt, wordt het totaal bijgewerkt in de knopinfo.
Als u Arc, Length, of Undo invoert, worden Opties voor het selecteren van polylijnen weergegeven.
Radius
Hiermee meet u de straal en diameter van een opgegeven boog of cirkel.
Angle
Hiermee meet u de hoek van een opgegeven boog, cirkel, lijn of hoekpunt.
Boog
Hiermee meet u de hoek van de boog.
Cirkel
Hiermee meet u een opgegeven hoek binnen een cirkel. Terwijl u de cursor beweegt, wordt de hoek bijgewerkt.
Lijn
Hiermee meet u de hoek tussen twee lijnen.
Vertex
Hiermee meet u de hoek van een hoekpunt.
Area
Hiermee meet u het gebied en de omtrek van een object of een gedefinieerd gebied.
Opmerking: MEASUREGEOM kan het gebied van een zichzelf snijdend object niet berekenen.
Specify Corner Points
Hiermee berekent u de oppervlakte en de omtrek zoals gedefinieerd door opgegeven punten.
Als u Arc, Length, of Undo invoert, worden Opties voor het selecteren van polylijnen weergegeven.
Add Area
Hiermee schakelt u de modus Add in en wordt er een voorlopig totaal van het gebied bijgehouden terwijl u gebieden definieert.Met optie Add Area kunt u het volgende berekenen:
- Individuele gebieden van gedefinieerde gebieden en objecten
- Individuele omtrekken van gedefinieerde gebieden en objecten
- Totaal gebied van alle gedefinieerde gebieden en objecten
- Totale omtrek van alle gedefinieerde gebieden en objecten
Hiermee trekt u het opgegeven gebied af van het totale gebied. De totale oppervlakte en omtrek worden weergegeven achter de opdrachtprompt en in de knopinfo.
Volume
Hiermee meet u de inhoud van een object of een gedefinieerd gebied.
Object
Hiermee meet u de inhoud van een object of een gedefinieerd gebied.
U kunt 3D-volumen of 2D-objecten selecteren. Als u een 2D-object selecteert, moet u de hoogte voor dat object opgeven.
Als u een object definieert door punten op te geven, moet u ten minste drie punten opgeven om een veelhoek te definiƫren. Alle punten moeten zich bevinden in een vlak parallel aan het XY-vlak van het UCS. Als u de veelhoek niet dichtmaakt, wordt het gebied berekend alsof er een lijn loopt van het eerste naar het laatste punt dat u hebt ingevoerd.
Als u Arc, Length, of Undo invoert, worden Opties voor het selecteren van polylijnen weergegeven.
Add Volume
Hiermee schakelt u de modus Add in en wordt er een voorlopig totaal van het volume bijgehouden terwijl u gebieden definieert.
Subtract Volume
Hiermee schakelt u de modus Subtract in en wordt het opgegeven volume afgetrokken van het totale volume.
Opties voor het selecteren van polylijnen
U kunt polylijnen selecteren wanneer u de opties Distance, Area en Volume gebruikt.
Boog
Hiermee voegt u boogsegmenten toe aan de polylijn.
Endpoint of Arc
Hiermee tekent u een boogsegment. Het boogsegment maakt een boog die het vorige segment van de polylijn raakt.
Angle
Hiermee kunt u de ingesloten hoek van het boogsegment instellen vanaf het beginpunt.
Als u een positieve waarde invoert, worden de boogsegmenten tegen de klok in getekend. Als u een negatieve waarde invoert, worden de boogsegmenten met de klok mee getekend.
- Endpoint of Arc
Hiermee geeft u de radius van het boogsegment op.
Gecentreerd
Hiermee geeft u het hartpunt van het boogsegment op.
- Endpoint of Arc
- Angle
Hiermee geeft u de koordelengte van het boogsegment op. Als het vorige segment een boog is, wordt het nieuwe boogsegment zo getekend dat het raakt aan het vorige boogsegment.
Close
Hiermee wordt een boogsegment getekend vanaf het laatste opgegeven punt tot het beginpunt, waardoor een gesloten polylijn gemaakt wordt. U dient ten minste twee punten op te geven om deze optie te kunnen gebruiken.
Direction
Hiermee geeft u een beginrichting op voor het boogsegment.
- Endpoint of Arc
Hiermee stelt u de breedte in vanaf het midden van een breed polylijnsegment tot een van de randen.
De opgegeven beginwaarde wordt standaard gebruikt als de eindwaarde. De eindwaarde wordt standaard gebruikt voor alle volgende segmenten totdat u de waarden opnieuw wijzigt. De begin- en eindpunten van brede lijnsegmenten bevinden zich in het midden van de lijn.
Meestal worden de snijpunten van aangrenzende brede polylijnsegmenten afgekant. Er vindt geen afkanting plaats voor boogsegmenten die elkaar niet raken, bij zeer scherpe hoeken of als een streep-stippellijn wordt gebruikt.
Radius
Hiermee geeft u de radius van het boogsegment op.
- Endpoint of Arc
- Angle
Hiermee kunt u het tweede punt en het eindpunt van een boog met drie punten opgeven.
- Endpoint of Arc
Hiermee stelt u de breedte in van het volgende boogsegment.
De opgegeven beginwaarde wordt standaard gebruikt als de eindwaarde. De eindwaarde wordt standaard gebruikt voor alle volgende segmenten totdat u de waarden opnieuw wijzigt. De begin- en eindpunten van brede lijnsegmenten bevinden zich in het midden van de lijn.
Meestal worden de snijpunten van aangrenzende brede polylijnsegmenten afgekant. Er vindt geen afkanting plaats voor boogsegmenten die elkaar niet raken, bij zeer scherpe hoeken of als een streep-stippellijn wordt gebruikt.
Length
Hiermee tekent u een lijnsegment met een opgegeven lengte. Het segment wordt getekend onder dezelfde hoek als het vorige segment. Als het vorige segment een boog is, wordt het nieuwe lijnsegment tegen het boogsegment getekend.
Undo
Hiermee kunt u het boogsegment verwijderen dat het laatst is toegevoegd aan de polylijn.
Close
Hiermee wordt een boogsegment getekend vanaf het laatste opgegeven punt tot het beginpunt, waardoor een gesloten polylijn gemaakt wordt. U dient ten minste twee punten op te geven om deze optie te kunnen gebruiken.