Verplaats, roteer, schaal of versleep de hoekpunten op 3D-volumen- en oppervlakken.
wig waarvan twee hoekpunten verwijderd zijn
U kunt ook de hele vorm van een 3D-volume of -oppervlak wijzigen door een of meer hoekpunten aan te passen. Gebruik hiervoor grips, gizmo's of de opdracht MOVE, ROTATE of SCALE. Wanneer u hoekpunten schaalt of roteert, moet u twee of meer hoekpunten selecteren om een verandering in het object te kunnen zien. Wanneer u een hoekpunt via klikken en slepen verplaatst, wordt het 3D-object 'uitgerekt'.
Als u een of meer hoekpunten van een 3D-basisvolume verplaatst, roteert of schaalt, wordt de geschiedenis van het basisvolume verwijderd. Het volume is geen waar basisvolume meer en kan niet met behulp van grips en het palet Properties bewerkt worden.
Opties voor hoekpuntwijziging
Terwijl u een hoekpunt versleept, houdt u Ctrl ingedrukt om de wijzigingsopties te doorlopen.
- Aangrenzende vlakken driehoekig maken. Wanneer u een hoekpunt verplaatst, roteert of schaalt zonder Ctrl ingedrukt te houden, worden sommige aangrenzende planaire vlakken misschien driehoekig gemaakt (in twee of meer driehoekige planaire vlakken verdeeld).
- Sommige aangrenzende vlakken bewerken zonder ze driehoekig te maken. Wanneer u een hoekpunt verplaatst, roteert of schaalt en Ctrl eenmaal indrukt en loslaat, worden sommige aangrenzende planaire vlakken misschien aangepast.
Als u Ctrl een tweede maal indrukt en loslaat, wordt de eerste optie van de wijziging hersteld, alsof u niet op Ctrl gedrukt had.
Een hoekpunt verwijderen
U kunt een hoekpunt verwijderen dat twee parallelle randen met elkaar verbindt die colineair zijn en geen andere randen doorsnijden.
Procedure
Een hoekpunt van een 3D-object verplaatsen
1. Klik op tabblad Home > paneel Subobject > Vertex.
2. Klik op een hoekpunt van een 3D-object.
3. Versleep het hoekpunt naar de gewenste locatie.
Een hoekpunt van een 3D-object verwijderen
1. Klik op tabblad Home > paneel Subobject > Vertex.
2. Klik op een hoekpunt dat twee colineaire randen die parallel zijn en niet op andere randen liggen, met elkaar verbindt.
3. Druk op Delete.
Opdrachten
MOVE
Hiermee worden objecten over een opgegeven afstand in een opgegeven richting verplaatst.
ROTATE
Hiermee worden objecten rond een basispunt geroteerd.
SCALE
Hiermee worden geselecteerde objecten vergroot of verkleind, maar blijven de proporties van het object na het schalen hetzelfde.
SOLIDEDIT
Hiermee bewerkt u vlakken en randen van 3D-volumeobjecten.
