Heeft u een AutoCAD vraag?

Voordat je een vraag plaatst altijd eerst even de zoek functie gebruiken!

Ga naar het onderwerp en stel uw vraag onderaan de pagina.

U kunt bijsnijdkaders opgeven om een beperkt deel van een referentietekening of blokreferentie weer te geven.
U kunt externe verwijzingen zoals DGN-, DWF-, IMAGE- of PDF-underlays, of blokreferenties bijsnijden. Met een bijsnijdkader kunt u bepalen of welke delen van een referentietekening of blokreferentie worden weergegeven door overbodige delen van de referentie binnen of buiten het kader te verbergen.

xclip sample

Het bijsnijdkader kan een polylijn, rechthoek of polygoon zijn met hoekpunten binnen de kaders van de afbeelding. U kunt het kader van een bijgesneden afbeelding wijzigen. Wanneer u een kader bijsnijdt, worden de objecten in de referentietekening of het blok niet aangetast; alleen hun weergave wordt gewijzigd.

Met de opdrachten XCLIP, DGNCLIP, DWFCLIP, PDFCLIP en IMAGECLIP kunt u de volgende weergave-opties instellen:

De zichtbaarheid van het bijgesneden gebied van de referentietekening of de blokreferentie bepalen
Wanneer bijsnijden uitgeschakeld is, wordt het kader niet weergegeven en is de referentietekening of het blok in zijn geheel zichtbaar, mits de objecten zich op ingeschakelde en ontdooide lagen bevinden.

U kunt de resultaten van bijsnijden in- of uitschakelen met behulp van de bijsnijdopdrachten. Hiermee bepaalt u of het bijgesneden gebied wordt verborgen of weergegeven.

De zichtbaarheid van bijsnijdkaders instellen
U kunt de weergave van het bijsnijdkader aanpassen. De systeemvariabelen voor het bijsnijden van XREF-, PDF-, DGN-, DWG- en IMAGE-underlays zijn respectievelijk XCLIPFRAME, PDFFRAME, DGNFRAME, DWGFRAME en IMAGEFRAME.
Het te verbergen gebied omkeren, binnen of buiten het bijsnijdkader

Wanneer u wilt dat de verborgen delen van de bijgesneden referentie worden weergegeven of vice versa, gebruikt u de grips om de weergave van de referentietekening of blokken te wijzigen. Met de grips in het midden op de eerste rand van het bijsnijdkader kunt u de weergave van de bijgesneden referentie binnen of buiten het kader omkeren.

xclip

De grips zijn zichtbaar en kunnen gebruikt worden wanneer de systeemvariabele voor bijsnijden is ingeschakeld, de referentie is geselecteerd, en bijgesneden.

Opties bewerken
Nadat referentietekeningen of blokreferenties zijn bijgesneden, kunt u deze verplaatsen, kopiƫren of roteren net als niet-bijgesneden referentietekeningen of blokreferenties. Het bijsnijdkader wordt met de referentie verplaatst. Als een referentietekening geneste, bijgesneden referentietekeningen bevat, verschijnen deze bijgesneden in de tekening. Als de hoofdreferentietekening is bijgesneden, zijn de geneste referentietekeningen eveneens bijgesneden.

De grootte van bijsnijdkaders wijzigen
Als u de vorm of grootte van een bijsnijdkader voor referentietekeningen en blokreferenties wilt wijzigen, kunt u grips gebruiken om de hoekpunten te bewerken, net zoals u een object met grips bewerkt.

Bij rechthoekige gripbewerking kunt u de vorm van de gesloten vierzijdige rechthoek of het vierkant in het rechthoekige bijsnijdkader behouden, aangezien twee hoekpunten van dezelfde zijde van het rechthoekige bijsnijdkader tegelijkertijd bewerkt worden.
OpmerkingWanneer u bijsnijdkaders gebruikt, kunt u geen zichzelf snijdende polygonale grenzen weergeven. Er wordt een foutmelding weergegeven en het kader wordt teruggezet op het laatste kader.

Beperkingen voor bijsnijdkaders
Wanneer u een referentietekening of blok bijsnijdt, zijn de volgende beperkingen van toepassing:

  • Een bijsnijdkader kan zich overal in 3D-ruimte bevinden, maar wordt altijd vlak ten opzichte van het actieve UCS toegepast.
  • Als een polylijn is geselecteerd, wordt het bijsnijdkader in het vlak van de betreffende polylijn toegepast.
  • Afbeeldingen in referentietekeningen of blokken worden altijd binnen de rechthoekige grenzen van de referentie bijgesneden. Als u polygonaal bijsnijden toepast op afbeeldingen in externe referentiebestanden, wordt het bijsnijdkader toegepast op de rechthoekige begrenzingen van de polygonale grens en niet op de polygoon zelf.

Procedure

Een referentietekening bijsnijden

1. Klik op tabblad Blocks and References > paneel Reference > Clip Xref.
2. Selecteer een xref.
3. Selecteer New Boundary achter de prompt door op Enter te drukken.
4. Selecteer een polylijn of geef een rechthoekig of polygonaal bijsnijdkader op. Geef de hoeken of hoekpunten van het kader op.
5. (Optioneel) Gebruik de optie Invert Clip om het te verbergen gebied in het bijsnijdkader op te nemen.

De xref wordt bijgesneden op basis van het door u opgegeven gebied.
Opmerking: U kunt DGNCLIP, DWFCLIP, PDFCLIP of IMAGECLIP gebruiken om hun overeenkomstige xref-bijlagen bij te snijden: DGNATTACH, DWFATTACH, PDFATTACH, or IMAGEATTACH.

Een bijgesneden referentie omdraaien

1. Selecteer de externe referentie of blokreferentie die u wilt bijsnijden.
2. Stel XCLIPFRAME, DWFFRAME, DGNFRAME, IMAGEFRAME of PDFFRAME in op 1. Hiermee geeft u op dat het bijsnijdkader wordt weergegeven.
3. Selecteer het bijsnijdkader om de grip op het middelpunt van de eerste rand van het bijsnijdkader zien.
4. Klik op de grip om de weergave van de bijgesneden referentie binnen of buiten het kader om te keren.

Opdrachten

DGNCLIP
Hiermee wordt de weergave van een geselecteerde DGN-underlay bijgesneden op een gespecificeerde grens.

DWFCLIP
Hiermee wordt de weergave van een geselecteerde DWF- of DWFx-underlay bijgesneden op een gespecificeerde grens.

IMAGECLIP
Hiermee wordt de weergave van een geselecteerde afbeelding bijgesneden op een gespecificeerde grens.

PDFCLIP
Hiermee wordt de weergave van een geselecteerde PDF-underlay bijgesneden op een gespecificeerde grens.

XCLIP
Hiermee wordt de weergave van een geselecteerde referentietekening of blokreferentie bijgesneden op een gespecificeerde grens.

Systeemvariabelen

DGNFRAME
Hiermee wordt bepaald of DGN-underlaykaders zichtbaar zijn of geplot worden in de actieve tekening.

DWFFRAME
Deze systeemvariabele bepaalt of DWF- of DWFx-underlayframes in de actieve tekening worden weergegeven of geplot.

IMAGEFRAME
Hiermee wordt geregeld of beeldkaders worden weergegeven en geplot.

XCLIPFRAME
Deze systeemvariabele bepaalt of xref-bijsnijdkaders in de actieve tekening worden weergegeven of geplot.

SketchUp Pro - Stunt aanbieding