U kunt referentietekeningen bewerken door ze direct te openen, of de referentietekening lokaal in de actieve tekening bewerken. Blokdefinities kunnen direct vanaf een willekeurige geselecteerde blokreferentie worden bewerkt.
Onderwerpen in deze sectie
Referentietekening bewerken in een apart venster
De eenvoudigste en meest directe methode voor het bewerken van referentietekeningen is het bronbestand voor de referentietekening in een apart venster te openen. Op deze manier hebt u toegang tot alle objecten in de referentietekening.
Geselecteerde objecten in referentietekeningen en blokken bewerken
U kunt externe referentiebestanden en blokken in de actieve tekening wijzigen door de verwijzingen lokaal te bewerken. Zowel blokken als xref's worden beschouwd als verwijzingen.
De werkset gebruiken om referentietekeningen en blokken te bewerken
Als u een referentietekening vanuit de actieve tekening wilt bewerken, gebruikt u de werkset om objecten te identificeren die behoren tot de referentietekening of blokdefinitie, en niet tot de actieve tekening.
Bewerkte referentietekeningen en blokken opslaan
Wanneer u een referentietekening of blokdefinitie lokaal bewerkt, kunt u de wijzigingen opslaan of negeren.
Referentietekeningen en blokken bewerken met nesten, OLE of attributen
