Heeft u een AutoCAD vraag?

Voordat je een vraag plaatst altijd eerst even de zoek functie gebruiken!

Ga naar het onderwerp en stel uw vraag onderaan de pagina.

Nadat een actiemacro met de Action Recorder is opgenomen, kunt u de reeks opgenomen opdrachten en invoerwaarden afspelen.

U speelt een actiemacro via het paneel Action Recorder af, maar u kunt ook de naam van de actie achter de opdrachtprompt invoeren. Terwijl er een actiemacro wordt afgespeeld, kunt u gevraagd worden iets in te voeren, een bericht te beantwoorden, of een basispunt in te voegen.

Op basis van de huidige actie of het huidige verzoek om gebruikersinteractie in de actiemacro wordt er een pictogram weergegeven naast de cursor om aan te geven wanneer de actiemacro invoer nodig heeft om verder te kunnen gaan. Er wordt een dialoogvenster weergegeven, waarin u een waarde kunt invoeren of de opgenomen waarde kunt gebruiken.

Terwijl een actiemacro wordt afgespeeld, wordt de reeks opdrachten één voor één afgespeeld totdat het afspelen beëindigd is of er een fout optreedt. Enkele redenen waarom het afspelen kan stoppen of mislukken:

  • Invalid command. AutoCAD kent de opdracht niet die in de actiemacro gedefinieerd is. Het kan zijn dat de actiemacro in een ander product opgenomen is, of aangepaste opdrachten of macro's bevat die niet geladen zijn.
  • Empty selection. De huidige actie verwachtte een selectieset objecten, maar er zijn geen objecten geselecteerd.
  • Macro cancelled. In een van de dialoogvensters werd de knop Cancel aangeklikt.

Locatie van actiemacro's
Wanneer u een actiemacro opneemt, wordt deze naar het pad opgeslagen dat door de systeemvariabele ACTRECPATH wordt gedefinieerd. Voor het afspelen van actiemacro's worden de paden door de systeemvariabele ACTPATH gedefinieerd.

Beide padensets worden gebruikt wanneer een actiemacro geladen of afgespeeld wordt. In het knooppunt Action Recorder Settings op het tabblad Files van het dialoogvenster Options kunt u de paden instellen die voor het opnemen en uitlezen van actiemacrobestanden gebruikt moeten worden.

Actiemacro's opnemen en wijzigen
Actiemacro's worden via het paneel Action Recorder op het lint opgenomen en gewijzigd. Zie Record and Modify Action Macros in de Customization Guide voor meer informatie over het opnemen en wijzigen van actiemacro's.

Procedure
Een actiemacro via het paneel Action Recorder afspelen

1. Op het lint klikt u op het tabblad Manage paneel Action Recorder. Klik op het omlaagwijzende pijltje naast de lijst Action Macro en selecteer de actiemacro die afgespeeld moet worden.
2. Klik op Play.
3. Doorloop alle opdrachtprompts en dialoogvensters die weergegeven worden, om de actiemacro te voltooien.

Een actiemacro via de opdrachtprompt afspelen
Typ achter de opdrachtprompt de naam van de actiemacro die u wilt afspelen, en druk op Enter.

Als de opdrachtnaam van de actiemacro bijvoorbeeld DRAWLINE is, typt u drawline achter de opdrachtprompt en drukt u op Enter.

Gebruikersinvoer tijdens afspelen opgeven

1. Start het afspelen van een actiemacro.
2. Volg de prompts die bij de opdrachtprompt weergegeven worden.

De locatie wijzigen die gebruikt wordt om op opgenomen actiemacro's te zoeken

1. Klik op de knop Application. Klik op Options onder aan het menu Application.
2. In de lijst met knooppunten op het tabblad Files in het dialoogvenster Options klikt u op het plusteken (+) naast Action Recorder Settings.
3. Klik op het plusteken (+) naast Additional Actions Reading File Locations, en geef een pad op voor de map.
4. Klik op OK



Opdrachten

OPTIONS
Hiermee past u de programmainstellingen aan.

RIBBON
Hiermee wordt het lintvenster geopend.

Systeemvariabelen


ACTPATH
Hier worden de aanvullende paden opgegeven die moeten worden gebruikt wanneer u beschikbare actiemacro's voor afspelen zoekt.

ACTRECPATH
Hier wordt het pad opgegeven dat wordt gebruikt om nieuwe actiemacro's op te slaan.

SketchUp Pro - Stunt aanbieding