Hiermee wordt de zichtbaarheid van de randen van 3D-vlakken gewijzigd.
Deze opdracht heeft alleen invloed op objecten die gemaakt zijn met de opdracht 3DFACE.
Lijst met prompts
De volgende prompts worden weergegeven.
Specify edge of 3D face to toggle visibility or [Display]:
Edge of 3D face to toggle visibility
Hiermee bepaalt u de zichtbaarheid van de door u geselecteerde randen.
Als de randen van een of meer 3D-vlakken samenvallen, verandert het programma de zichtbaarheid van elke samenvallende rand.
Display
Hiermee selecteert u onzichtbare randen van 3D-vlakken zodat u deze weer opnieuw kunt weergeven.
All
Hiermee selecteert u de verborgen randen van alle 3D-vlakken in de tekening en geeft u deze weer.
Als u de randen van de 3D-vlakken weer zichtbaar wilt maken, gebruikt u de optie Edge. U moet elke rand selecteren die u wilt weergeven. AutoSnap™-markeringen en Snaptips worden automatisch getoond om de magneetposities op elke onzichtbare rand aan te geven.
Select
Hiermee selecteert u verborgen randen van een gedeeltelijk zichtbaar 3D-vlak en geeft u deze weer.
Als u de randen van de 3D-vlakken weer zichtbaar wilt maken, gebruikt u de optie Edge. U moet elke rand selecteren die u wilt weergeven. AutoSnap-markeringen en Snaptips worden automatisch getoond om de magneetposities op elke onzichtbare rand aan te geven.
