Heeft u een AutoCAD vraag?

Voordat je een vraag plaatst altijd eerst even de zoek functie gebruiken!

Ga naar het onderwerp en stel uw vraag onderaan de pagina.

Hiermee definieert u parallelprojecties of perspectiefaanzichten door een camera en doel te gebruiken.

Oproepmethoden

Overzicht
OpmerkingTransparante ZOOM, DSVIEWER, PAN en schuifbalken zijn niet beschikbaar in DVIEW. Wanneer u een perspectiefaanzicht definieert, zijn de opdrachten ZOOM, PAN, transparante ZOOM en PAN, DSVIEWER en de schuifbalken niet beschikbaar terwijl dat aanzicht actief is.

Lijst met promptsObject Selection

De volgende prompts worden weergegeven.

Select objects or .DVIEWBLOCK

Enter option
[CAmera/TArget/Distance/POints/PAn/Zoom/TWist/CLip/Hide/Off/Undo]: Geef een punt op met uw aanwijsapparaat, of voer een optie in

DVIEW

Object Selection
Hiermee geeft u de objecten op voor het schermvoorbeeld terwijl u het aanzicht verandert. Als u te veel objecten selecteert, verloopt het slepen en bijwerken langzamer.

DVIEWBLOCK
Als u op Enter drukt bij de prompt Select Objects, geeft DVIEWBLOCK een voorbeeld weer. U kunt zelf een blok maken met de naam DVIEWBLOCK in een gebied van 1 eenheid bij 1 eenheid bij 1 eenheid, met de oorsprong in de linkerbenedenhoek. In de volgende afbeelding ziet u een voorbeeld van het gebruik van het standaard-DVIEWBLOCK om het aanzicht in te stellen. Als u de grafische cursor verplaatst, wordt het aanzicht aangepast.



Point Specification
Hiermee verschuift u het aanzicht voor de camera. Het punt dat u met de aanwijzer selecteert, is het beginpunt van de sleepbewerking. Wanneer u de cursor verplaatst, verandert de kijkrichting rond het doel.

De hoeken dienen positief te zijn. De richtingshoek geeft de voorzijde van het aanzicht aan en de vergrotingshoek bepaalt hoe ver het aanzicht verschuift.

Camera
Hiermee geeft u een nieuwe camerapositie op door de camera rond het doel te roteren. Twee hoeken bepalen hoe ver u de camera kunt roteren.

Camera Location
Hiermee stelt u de camerapositie in op basis van het opgegeven punt.

Enter Angle from the XY Plane
Hiermee stelt u de camerapositie op een hoek boven of onder het XY-vlak in. Bij een hoek van 90 graden kijkt u vanaf de bovenzijde recht naar beneden en bij een hoek van -90 graden vanaf de onderzijde recht naar boven. Een camerahoek van 0 graden houdt in dat de camera parallel staat aan het XY-vlak van het UCS (User Coordinate System).

Toggle (Angle In)
Hiermee schakelt u tussen twee invoermodi voor hoeken. Wanneer u een hoek invoert achter de opdrachtprompt, wordt de cursor vergrendeld zodat u alleen de posities kunt zien die voor die hoek beschikbaar zijn. U kunt de cursor voor de hoek weer ontgrendelen, waarna u de camera kunt roteren met behulp van de cursor.

Enter Angle in XY Plane from X Axis
Hiermee stelt u de positie in op een bepaalde hoek in het XY-vlak relatief aan de X-as van het actieve UCS. De mogelijke hoek loopt van -180 tot 180 graden. Bij een rotatiehoek van nul graden kijkt u langs de X-as van het UCS in de richting van de oorsprong.



In de afbeelding ziet u hoe de camera naar een positie links van de oorspronkelijke positie wordt geroteerd waarbij de hoek met het XY-vlak niet verandert.
Toggle (Angle From)

Hiermee schakelt u tussen twee invoermodi voor hoeken. Wanneer u een hoek invoert achter de opdrachtprompt, wordt de cursor vergrendeld zodat u alleen de posities kunt zien die voor die hoek beschikbaar zijn. U kunt de cursor voor de hoek weer ontgrendelen, waarna u de camera kunt roteren met behulp van de cursor.

Target

Hiermee geeft u een nieuwe positie op voor het doel door het rond de camera te roteren. Het effect is hetzelfde als wanneer u uw hoofd draait om verschillende delen van de tekening vanuit hetzelfde punt te bekijken. Twee hoeken bepalen hoe ver u de camera kunt roteren.

Enter Angle from the XY Plane
Enter Angle from the XY Plane
Toggle (Angle In)
Toggle (Angle In)
Enter Angle in XY Plane from X Axis
Enter Angle in XY Plane from X Axis

In de afbeelding kunt u zien wat er gebeurt als het doel van links naar rechts wordt verplaatst, waarbij de hoek met het XY-vlak niet verandert.



Toggle (Angle From)
Toggle (Angle From)

Distance

Hiermee plaatst u de camera langs de gezichtslijn dichter bij of verder van het doel. Met deze optie schakelt u het perspectiefaanzicht in waardoor objecten die verder van de camera verwijderd zijn kleiner lijken dan objecten dichter bij de camera. Het coördinatenstelselpictogram wordt vervangen door een speciaal perspectiefpictogram. U wordt gevraagd de nieuwe afstand tussen doel en camera op te geven.

Bij de schuifbalk boven aan het tekengebied staan aanduidingen die lopen van 0x tot 16x, waarbij 1x staat voor de huidige afstand. Wanneer u het schuifblokje naar rechts verplaatst, wordt de afstand tussen camera en doel groter. Door het blokje naar links te verplaatsen, verkleint u deze afstand. Klik op de optie Off van de beginprompt DVIEW als u het perspectiefaanzicht wilt uitschakelen.

Als de camera en het doel zich dicht bij elkaar bevinden of als u een lens met een grote brandpuntsafstand opgeeft, is mogelijk maar een klein deel van de tekening zichtbaar wanneer u een nieuwe afstand opgeeft. Als u maar een klein deel of helemaal niets van de tekening ziet, kunt u de maximumafstand (16x) instellen of een grote afstand invoeren. Als u de tekening wilt vergroten zonder het perspectiefaanzicht in te schakelen, gebruikt u de optie Zoom van de opdracht DVIEW.



In de afbeelding ziet u wat er gebeurt als u de camera langs de gezichtslijn ten opzichte van het doel verplaatst terwijl het perspectief gelijk blijft.

Punten

Hiermee plaatst u de camera en het doel met behulp X,Y,Z-coördinaten. U kunt gebruik maken van XYZ-puntfilters.

Er wordt een elastische lijn getekend vanaf de huidige camerapositie tot aan de kruiscursor, zodat u eenvoudiger een nieuwe gezichtslijn kunt definiëren. U wordt gevraagd een nieuwe cameralocatie op te geven.

Tussen het doel en de kruiscursor wordt een elastische lijn weergegeven, zodat u de camera eenvoudiger ten opzichte van het doel kunt plaatsen. In de afbeelding kunt u zien hoe het aanzicht verandert als u de posities van de camera en het doel verwisselt. De lens en afstand zijn in beide gevallen gelijk.



Zie Point Specification voor informatie over het invoeren van de hoeken voor richting en vergroting.

Pannen

Hiermee verschuift u het beeld zonder de vergroting te wijzigen.

Zoom

Als het perspectiefaanzicht is uitgeschakeld, kunt u met deze optie de objecten in het actieve venster groter of kleiner weergeven.

Bij de schuifbalk boven aan het tekengebied staan aanduidingen die lopen van 0x tot 16x, waarbij 1x staat voor de huidige schaal. Als u het schuifblokje naar rechts verplaatst, neemt de schaal toe. Door het blokje naar links te verplaatsen, verkleint u de schaal.

Als het perspectiefaanzicht is ingeschakeld, past u met de optie Zoom de lengte van de cameralens aan waardoor het perspectief verandert en bij een gegeven afstand tussen camera en doel een groter of kleiner deel van de tekening zichtbaar is. De standaardlengte van de cameralens is 50 mm. Hierdoor lijkt het alsof u door de zoeker van een 35mm-camera met een 50mm-lens kijkt. Een vergroting van de lenslengte heeft hetzelfde effect als een telelens op de camera zetten. Door de lengte van de lens te verkleinen wordt het perspectief breder, net zoals bij een groothoeklens.

Bij de schuifbalk boven aan het tekengebied staan aanduidingen die lopen van 0x tot 16x, waarbij 1x staat voor de huidige lenslengte. Als u het schuifblokje naar rechts verplaatst, wordt de lenslengte groter. Door het blokje naar links te verplaatsen, verkleint u de lenslengte.



Twist

Hiermee verdraait u het aanzicht rond de gezichtslijn. De draaihoek wordt tegen de klok in gemeten, met 0 graden naar rechts

Clip

Hiermee kort u het aanzicht in, waardoor de delen van de tekening die zich achter of voor het bijsnijdvlak bevinden niet zichtbaar zijn. Het voorste en achterste bijsnijdvlak zijn onzichtbare muren die u loodrecht op de gezichtslijn tussen de camera en het doel kunt plaatsen.

Back

Hiermee verbergt u objecten die zich achter het achterste bijsnijdvlak bevinden.

* Distance from Target. Hiermee plaatst u het achterste bijsnijdvlak op een bepaalde positie en schakelt u dit bijsnijdvlak in. Als u een positieve afstand opgeeft, wordt het bijsnijdvlak tussen het doel en de camera geplaatst. Met een negatieve afstand plaatst u het bijsnijdvlak achter het doel. U kunt het bijsnijdvlak slepen door middel van de schuifbalk.
* Aan. Hiermee schakelt u het achterste bijsnijdvlak in op de actieve afstand.
* Uit. Hiermee schakelt u het achterste bijsnijdvlak uit.

Front (vooraanzicht)

Hiermee verbergt u objecten die zich tussen de camera en het voorste bijsnijdvlak bevinden.

* Distance from Target. Hiermee plaatst u het voorste bijsnijdvlak op een bepaalde positie en schakelt u dit vlak in. Als u een positieve afstand opgeeft, wordt het bijsnijdvlak tussen het doel en de camera geplaatst. Met een negatieve afstand plaatst u het bijsnijdvlak achter het doel. U kunt het bijsnijdvlak slepen door middel van de schuifbalk.
* Eye. Hiermee plaatst u het voorste bijsnijdvlak op de positie van de camera.
* Aan. Hiermee schakelt u het voorste bijsnijdvlak in. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer het perspectiefaanzicht is uitgeschakeld.
* Uit. Hiermee schakelt u het voorste bijsnijdvlak uit. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer het perspectiefaanzicht is uitgeschakeld.



Off

Hiermee schakelt u het voorste en achterste bijsnijdvlak uit. Als het perspectiefaanzicht actief is, is het voorste bijsnijdvlak ingeschakeld en bevindt dit zich op de positie van de camera.

Hide

Hiermee onderdrukt u verborgen lijnen bij de geselecteerde objecten, zodat u deze beter kunt bekijken. Cirkels, volumen, plaatsbepalingen, 2D-entiteiten, brede polylijnsegmenten, 3D-vlakken, veelhoekmeshes en de geëxtrudeerde randen van objecten waarvan de dikte is ingesteld op nul worden gezien als ondoorzichtige oppervlakken die objecten verbergen. Met deze optie kunt u verborgen lijnen sneller onderdrukken dan met de opdracht HIDE, maar u kunt met deze instelling niet plotten.

Off

Hiermee schakelt u het perspectiefaanzicht uit. Met de optie Distance schakelt u het perspectiefaanzicht aan.

Undo

Hiermee maakt u het resultaat van de vorige DVIEW-bewerking ongedaan. U kunt meerdere bewerkingen ongedaan maken.

SketchUp Pro - Stunt aanbieding