Hiermee kunt u een interne opdracht uitschakelen met een in een toepassing gedefinieerde opdracht.
De volgende prompts worden weergegeven.
Enter command name:
Voer een opdrachtnaam in om die opdracht te onderdrukken. De onderdrukte opdracht kan vervolgens opnieuw worden gedefinieerd, zodat er een andere bewerking mee kan worden uitgevoerd.
U kunt alleen de definitie van ingebouwde AutoCAD-opdrachten uitschakelen. U kunt de definitie van AutoLISP®-opdrachten niet uitschakelen. Dit geldt ook voor opdrachten van de ObjectARX™-toepassing die door acedDefun() geregistreerd zijn. U kunt de definitie van externe opdrachten en aliassen die zijn gedefinieerd in het bestand acad.pgp ook niet uitschakelen.
Als een opdracht met dezelfde naam als een ingebouwde AutoCAD-opdracht opnieuw is gedefinieerd via een AutoLISP- of ObjectARX-toepassing, is de met de toepassing gedefinieerde opdracht actief.
U kunt een opdracht waarvan de definitie is uitgeschakeld, herstellen met de opdracht REDEFINE.
U kunt een ingebouwde AutoCAD-opdracht altijd uitvoeren door een punt (.) vóór de opdrachtnaam te zetten.
Opdrachten van de ObjectARX-toepassing die door acedRegCmd geregistreerd zijn, kunnen opgeroepen worden door de opdrachtnaam vooraf te laten gaan door een punt (.), gevolgd door de groepsnaam van de opdracht, en daarna weer een punt (.) De opdracht MTEXT kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd met .acad_mtext.mtext.
Gebruik voor het bepalen van opdrachtnamen en groepen van een ObjectARX-toepassing, de opdracht ARX en kies de optie Commands voor een lijst met alle geladen ObjectARX-opdrachten en de bijbehorende groepsnamen.