Heeft u een AutoCAD vraag?

Voordat je een vraag plaatst altijd eerst even de zoek functie gebruiken!

Ga naar het onderwerp en stel uw vraag onderaan de pagina.

Hiermee wordt het venster Sun Properties weergegeven.

Oproepmethoden

SUNPROPERTIES Knop


ac.mouse Lint: tabblad Render > paneel Sun & Location > Sun Properties
ac.mouse Menu: View  Render  Light  Sun Properties
ac.mouse Werkbalk: Lights

Het venster Sun Properties biedt verschillende panelen met instellingen en besturingselementen voor zon en lucht.

Venster Sun Properties

Hiermee kunt u de eigenschappen van de zon instellen en wijzigen.

Sun Properties

De volgende opties worden weergegeven:

Algemeen
Hiermee kunt u de algemene eigenschappen van de zon instellen.

Status
Hiermee schakelt u de zon in en uit. Als belichting niet in de tekening is ingeschakeld, heeft deze instelling geen effect.

Intensity Factor
Hiermee stelt u de intensiteit of helderheid van de zon in. Het bereik is 0 (geen licht) tot maximum. Hoe hoger het getal, des te feller het licht.

Color (Standard lighting workflow only)
Hiermee kunt u de kleur van het licht regelen.

Shadows
Hiermee kunt u de weergave en berekening van schaduwen voor de zon in- en uitschakelen. Wanneer u schaduwen uitschakelt, worden de systeemprestaties beter.

Sky Properties
De algemene luchteigenschappen zijn als volgt:

Status
Hiermee bepaalt u of de luchtverlichting tijdens het renderen wordt berekend. Deze instelling heeft geen invloed op de vensterverlichting of de achtergrond, maar maakt de lucht eenvoudig beschikbaar als bron van verzameld licht voor renderdoeleinden. Hiermee wordt niet de achtergrond geregeld. Waarden zijn Sky Off, Sky Background, Sky Background en Illumination. [Sky Off] is de standaardinstelling.

Intensity Factor
Hiermee kunt u het effect van het hemellicht versterken. De waarden zijn 0.0-MAX. De standaardinstelling is [1.0].

Haze
Hiermee wordt de mate van verstrooiing in de atmosfeer bepaald. De waarden zijn 0.0-15.0. De standaardinstelling is [0.0].

Horizon
Deze categorie van eigenschappen heeft betrekking op de weergave en locatie van het grondvlak.

Height
Hiermee bepaalt u de absolute positie van het grondvlak ten opzichte van de werkelijke nulcoördinaat. Deze parameter vertegenwoordigt een werkelijke lengteafmeting en moet worden opgegeven in de actieve lengte-eenheid. Geldige waarden zijn -10.0 tot en met +10.0 (0.0 is de standaardinstelling).

Blur
Hiermee bepaalt u de hoeveelheid vervaging tussen het grondvlak en de lucht. De waarden zijn 0-10. De standaardinstelling is [.1].

Ground Color
Hiermee wordt de kleur van het grondvlak bepaald.

Advanced
Deze categorie van eigenschappen heeft betrekking op diverse artistieke effecten.

Night Color
Hiermee geeft u de kleur van de nachtlucht op.

Aerial Perspective
Hiermee geeft u op of luchtperspectief wordt toegepast. De waarden zijn On|Off.

Visibility Distance
Hiermee definieert u de afstand waarop 10% nevelocclusie optreedt. De waarden zijn 0.0-MAX.

Sun Disk Appearance
Deze categorie van eigenschappen heeft alleen betrekking op de achtergrond. De eigenschappen bepalen de weergave van de zonneschijf.

Disk Scale
Hiermee wordt de grootte van de zonneschijf opgegeven (1.0 = juiste grootte).

Glow Intensity
Hiermee geeft u de gloedintensiteit van de zon op. De waarden zijn 0.0-25.0.

Disk Intensity
Hiermee geeft u de intensiteit van de zonneschijf op. De waarden zijn 0.0-25.0.

Sun Angle Calculator
Hiermee stelt u de hoek van de zon in.

Date
Hiermee wordt de actieve datuminstelling weergegeven.

Time
Hiermee wordt de actieve tijdinstelling weergegeven.

Daylight Saving
Hier wordt de actieve instelling voor zomertijd/wintertijd weergegeven.

Azimuth
Hiermee wordt de hoek van de zon langs de horizon met de klok mee vanuit het noorden weergegeven. De instelling is alleen-lezen.

Altitude
Hiermee wordt de hoek van de zon verticaal vanaf de horizon weergegeven. Het maximum is 90 graden, of recht erboven. De instelling is alleen-lezen.

Source Vector
Hier ziet u de coördinaten van de richting van de zon. De instelling is alleen-lezen.

Rendered Shadow Details
Hiermee geeft u de eigenschappen van de schaduwen op.

Type
Hiermee geeft u de instelling voor het schaduwtype weer. Deze instelling is alleen-lezen wanneer de weergave van schaduwen uitgeschakeld is. De selecties zijn Sharp en Soft (mapped) die de optie Map size weergeven, en Soft (area) die de optie Samples weergeeft. Soft (area) is de enige optie voor de zon in fotometrische werkstroom (LIGHTINGUNITS = 1 of 2).

Map size (alleen standaard belichtingswerkstroom)
Hiermee geeft u de grootte van de schaduwprojectie weer. Deze instelling is alleen-lezen wanneer de weergave van schaduwen uitgeschakeld is. De waarden zijn 0-1000.

Samples
Hiermee geeft u het aantal samples op voor de zonneschijf. Deze instelling is alleen-lezen wanneer de weergave van schaduwen uitgeschakeld is. De waarden zijn 0-1000.

Softness
Hiermee geeft u de instelling weer voor de weergave van de randen van schaduwen. Deze instelling is alleen-lezen wanneer de weergave van schaduwen uitgeschakeld is. De waarden zijn 1-10.

Geographic Location
Hiermee worden de actieve instellingen van de geografische locatie weergegeven. Deze informatie is alleen-lezen. Wanneer een stad niet met een breedte- en hoogtegraad wordt opgeslagen, verschijnt de stad niet in de lijst.

Gebruik de knop Edit Geographic Location om het dialoogvenster Geographic Location te openen.

SUNPROPERTIESCLOSE

Het venster Sun Properties wordt gesloten.

SketchUp Pro - Stunt aanbieding