Hiermee wordt een mesh gemaakt door een profiel rond een as te sturen.
Oproepmethoden Knop
Lint: tabblad Mesh Modeling > paneel Primitives > Modeling, Meshes, Revolved Surface
Menu: Draw > Modeling > Meshes > Revolved Meshes
Selecteer een lijn, boog, cirkel, of 2D- of 3D-polylijn om in een cirkelvormig pad rond een geselecteerde as te sturen.
Met de systeemvariabele MESHTYPE stelt u in welk type mesh aangemaakt wordt. Meshobjecten worden standaard aangemaakt. Stel de variabele in op 0 als u een oude veelvlak- of veelhoekmesh wilt aanmaken.
De dichtheid van de gemaakte mesh wordt bepaald door de systeemvariabelen SURFTAB1 en SURFTAB2. SURFTAB1 bepaalt het aantal translatielijnen dat in de richting van de omwenteling wordt getekend. Als de padkromme een lijn, boog, cirkel of spline-polylijn is, bepaalt SURFTAB2 het aantal translatielijnen dat wordt getekend om de kromme in gelijke intervallen onder te verdelen. Als de padkromme een polylijn is zonder spline-aanpassing, worden er translatielijnen aan de uiteinden van rechte segmenten getekend en wordt elk boogsegment verdeeld in het aantal intervallen dat is opgeslagen in de variabele SURFTAB2.
De volgende prompts worden weergegeven.
Current wire frame density: SURFTAB1=actieve instelling: SURFTAB2=actieve instelling
Object to revolve
Selecteer een lijn, boog, cirkel, of 2D- of 3D-polylijn.
Object that defines axis of revolution
Selecteer een lijn of een open 2D- of 3D-polylijn. De richting van de as kan niet parallel zijn aan het vlak van het oorspronkelijke object.
De padkromme wordt rond de geselecteerde as gedraaid om de mesh te definiƫren. De padkromme bepaalt de N-richting van de mesh. Als u een cirkel of een gesloten polylijn als de padkromme selecteert, wordt de mesh in de N-richting gesloten.
De vector van het eerste tot het laatste hoekpunt van de polylijn bepaalt de rotatieas. Eventuele tussenliggende hoekpunten worden genegeerd. De omwentelingsas bepaalt de M-richting van de mesh.
Start Angle
Indien ingesteld op een andere waarde dan nul, begint de omwentelingsmesh op een bepaalde afstand vanaf de genererende padkromme.
Als u een beginhoek opgeeft, begint de omwentelingsmesh op een bepaalde afstand van de genererende padkromme.
Included Angle
Hiermee geeft u aan tot hoe ver de mesh rond de omwentelingsas reikt. De ingesloten hoek is de afstand waarover de padkromme wordt gedraaid.
Als u een ingesloten hoek opgeeft die kleiner is dan een volledige cirkel, wordt de cirkel niet gesloten.
Het punt waarmee u de omwentelingsas selecteert, bepaalt de richting van de omwenteling. De mesh in het volgende voorbeeld is gemaakt door een beginhoek van 0 graden en een ingesloten hoek van 90 graden op te geven.