Hiermee verplaatst u het aanzicht vlak ten opzichte van het scherm.

Oproepmethoden

Knop


Lint: tabblad View > paneel Navigate > Pan
Werkbalk: Standaard
Menu: View > Pan > Realtime
Snelmenu: Klik met de rechtermuisknop in het tekengebied en kies Pan terwijl er geen objecten zijn geselecteerd.

U kunt de tekeningweergave in realtime pannen.

De volgende prompts worden weergegeven.

Druk op Esc of Enter om de opdracht af te sluiten, of klik met de rechtermuisknop om het snelmenu weer te geven.

Als u -pan achter de opdrachtprompt typt, geeft PAN opdrachtprompts weer en kunt u een verplaatsing opgeven om de weergave van de tekening te pannen.

Plaats de cursor op de startlocatie en houd de muisknop ingedrukt. Versleep de cursor naar de nieuwe locatie. U kunt ook pannen door het scrollwiel of de middelste knop van de muis ingedrukt te houden en de cursor te verslepen.

Pannen in realtime

De cursor krijgt de vorm van een hand. Door de selectieknop op de aanwijzer ingedrukt te houden, zet u de cursor vast op de actieve locatie binnen het coördinatenstelsel van het venster. De weergave van de tekening wordt in dezelfde richting verplaatst als de cursor.



Wanneer u een logische begrenzing bereikt (de rand van het tekengebied), wordt in de handcursor aan die kant een balkje weergegeven. Afhankelijk van de positie van de logische begrenzing, wordt een horizontale (boven- en onderbegrenzing) of verticale (linker- of rechterbegrenzing) lijn weergegeven op de cursor.



Als u de selectieknop loslaat, wordt de weergave niet verder verschoven. U kunt de selectieknop loslaten, de cursor verplaatsen naar een ander deel van de tekening en vervolgens weer de selectieknop indrukken om de weergave te verschuiven vanaf dit gedeelte.

U kunt op elk moment stoppen met pannen door op Enter of Esc te drukken.

-PAN

De volgende prompts worden weergegeven.

Specify base point or displacement: Geef een punt op

U kunt één punt opgeven voor de relatieve verplaatsing van de tekening ten opzichte van de huidige locatie. U kunt ook, wat gebruikelijker is, twee punten opgeven, zodat de verplaatsing vanaf het eerste punt naar het tweede punt wordt berekend.

Als u op Enter drukt, wordt de tekening verplaatst met de hoeveelheid die u hebt opgegeven bij de prompt Specify Base Point or Displacement. Als u bijvoorbeeld 2,2 bij de eerste prompt opgeeft en bij de tweede prompt op Enter drukt, wordt de tekening 2 eenheden in de X-richting en 2 eenheden in de Y-richting verplaatst. Als u een punt opgeeft bij de prompt Specify Second Point, wordt de locatie van het eerste punt naar de locatie van het tweede punt verplaatst.

U kunt PAN niet transparant gebruiken tijdens VPOINTof DVIEW, of terwijl een andere ZOOM- PAN- ofVIEW-opdracht wordt uitgevoerd.

Snelmenu Pan

Klik met de rechtermuisknop in het tekengebied terwijl PAN actief is om het snelmenu hiervoor te openen.


De volgende opties worden weergegeven:

Exit
Hiermee annuleert u PAN of ZOOM.

Pannen
Hiermee activeert u de opdracht PAN.

Zoom
Hiermee activeert u de opdracht ZOOM in real time.

3D Orbit
Hiermee activeert u de opdracht 3DORBIT.

Zoom Window
Hiermee kunt u zoomen tot een gebied dat wordt omsloten door een rechthoekig venster.

Zoom Original
Hiermee herstelt u het oorspronkelijke aanzicht.

Zoom Extents
Hiermee zoomt u zodanig in of uit dat de tekeningbegrenzingen worden weergegeven.