Heeft u een AutoCAD vraag?

Voordat je een vraag plaatst altijd eerst even de zoek functie gebruiken!

Ga naar het onderwerp en stel uw vraag onderaan de pagina.

Hiermee wordt het dialoogvenster Mesh Primitive Options weergegeven, waarin u de standaard patrooninstellingen voor basismeshobjecten kunt configureren. Het dialoogvenster Mesh Primitive Options wordt weergegeven.

Oproepmethoden
ac.mouse Lint: tabblad Mesh > paneel Primitives > Mesh Primitive Options

Dialoogvenster Mesh Primitive Options

Hiermee bepaalt u de standaardinstellingen voor vlakkenbenadering van basismeshobjecten.



Met de standaarden in het dialoogvenster Mesh Primitive Options bepaalt u de weergave van nieuwe basismeshobjecten. Onder basismeshes vallen vakken, kegels, piramiden, cilinders, bollen, wiggen en tori.

Dit dialoogvenster is ook beschikbaar via de dialoogvensters Options en Mesh Tessellation Options.

De volgende opties worden weergegeven.

Mesh
Hiermee geeft u de aanvangsdichtheid voor elk type basismesh op door het aantal verdelingen per zijde op te geven.

Mesh Primitive
Hiermee geeft u de basismesh op die u wilt bewerken. Selecteer een basistype (zoals Box of Cone) om de betreffende instellingen weer te geven onder Tessellation Divisions.
Tessellation Divisions

Voor elk geselecteerde basismeshtype wordt het standaardaantal verdelingen per zijde ingesteld.

Voer een nieuwe waarde in om het aantal verdelingen voor nieuwe basismeshes opnieuw in te stellen.

  • Box

Length. Hiermee stelt u het aantal verdelingen voor de lengte van een meshvak langs de X-as in. (systeemvariabele DIVMESHBOXLENGTH)



Width. Hiermee stelt u het aantal verdelingen voor de breedte van een meshvak langs de Y-as in. (systeemvariabele DIVMESHBOXWIDTH)



Height. Hiermee stelt u het aantal verdelingen voor de hoogte van een meshvak langs de Z-as in. (systeemvariabele DIVMESHBOXHEIGHT)

  • Cone

Axis. Hiermee stelt u het aantal verdelingen voor de omtrek van de meshkegelbasis in. (systeemvariabele DIVMESHCONEAXIS)



Height. Hiermee stelt u het aantal verdelingen tussen de basis en het punt of de top van de meshkegel in. (systeemvariabele DIVMESHCONEHEIGHT)



Base. Hiermee stelt u het aantal verdelingen tussen de omtrek en het hartpunt van de meshkegelbasis in. (systeemvariabele DIVMESHCONEBASE)

  • Cylinder

Axis. Hiermee stelt u het aantal verdelingen voor de omtrek van de meshcilinderbasis in. (systeemvariabele DIVMESHCYLAXIS)



Height. Hiermee stelt u het aantal verdelingen tussen de basis en de top van de meshcilinder in. (systeemvariabele DIVMESHCYLHEIGHT)



Base. Hiermee stelt u het aantal verdelingen tussen de omtrek en het hartpunt van de meshcilinderbasis in. (systeemvariabele DIVMESHCYLBASE)

  • Pyramid

Length. Hiermee stelt u het aantal verdelingen voor de zijden van de meshpiramidebasis in. (systeemvariabele DIVMESHPYRLENGTH)



Height. Hiermee stelt u het aantal verdelingen tussen de basis en de top van de meshpiramide in. (systeemvariabele DIVMESHPYRHEIGHT)



Base. Hiermee stelt u het aantal verdelingen tussen de omtrek en het hartpunt van de meshpiramidebasis in. (systeemvariabele DIVMESHPYRBASE)

  • Sphere

Axis. Hiermee stelt u het aantal radiale verdelingen rond het eindpunt van de as van de meshbol in. (systeemvariabele DIVMESHSPHEREAXIS)



Height. Hiermee stelt u het aantal verdelingen tussen de twee eindpunten van de as van de meshbol in. (DIVMESHSPHEREHEIGHT)

  • Wedge

Length. Hiermee stelt u het aantal verdelingen voor de lengte van een meshwig langs de X-as in. (systeemvariabele DIVMESHWEDGELENGTH)



Width. Hiermee stelt u het aantal verdelingen voor de breedte van de meshwig langs de Y-as in. (systeemvariabele DIVMESHWEDGEWIDTH)



Height. Hiermee stelt u het aantal verdelingen voor de hoogte van de meshwig langs de Z-as in. (systeemvariabele DIVMESHWEDGEHEIGHT)



Slope. Hiermee stelt u het aantal verdelingen in van de schuine zijde die van de top van de wig naar de rand van de basis loopt. (systeemvariabele DIVMESHWEDGESLOPE)



Base. Hiermee stelt u het aantal verdelingen in tussen het middelpunt en de omtrek van de driehoekige zijde van de meshwig. (systeemvariabele DIVMESHWEDGEBASE)

  • Torus

Radius. Hiermee stelt u het aantal verdelingen in rond de omtrek van het profiel dat de buis van de torus vormt. (systeemvariabele DIVMESHTORUSSECTION)



Sweep Path. Hiermee stelt u het aantal verdelingen in rond de omtrek van het pad dat door het profiel gestuurd wordt. (systeemvariabele DIVMESHTORUSPATH)



Preview
Hiermee worden verschillende weergaven getoond wijzigingen die u maakt.

Knop Zoom Extents
Hierme stelt u de voorbeeldweergave in zodat de afbeelding helemaal in het venster Preview past.

Knop Pan
Hiermee scrollt u horizontaal en verticaal in het venster Preview. U kunt ook pannen door het scrollwiel van uw muis ingedrukt te houden terwijl u de muis beweegt.

Knop Zoom
Hiermee wijzigt u de vergroting van de voorbeeldafbeelding. Wanneer deze knop geselecteerd is, houdt u de linkermuisknop ingedrukt en sleept u omhoog om in te zoomen of omlaag om uit te zoomen.

U kunt ook altijd het scrollwiel van de muis rollen om in of uit te zoomen.

Knop Orbit
Hiermee roteert u de voorbeeldafbeelding in het venster Preview terwijl u de afbeelding met de muis versleept.

Venster Preview
Hiermee wordt een draadmodel van de instellingen voor Tessellation Divisions weergegeven.

U kunt de visuele stijl van het voorbeeld ook wijzigen door in het snelmenu opties te selecteren zoals Hidden, Wireframe, Conceptual, Realistic, Shades of Gray, Sketchy, X-ray, Shaded with Edges en Shaded.

Preview’s Smoothness Level
Hiermee wordt de voorbeeldafbeelding weergegeven met een door u opgegeven niveau van vloeiendheid.

Het aanpassen van dit niveau heeft geen invloed op het standaardniveau voor vloeiendheid van nieuwe basismeshes.

Snelmenu Preview
Hiermee worden de volgende opties in een snelmenu weergegeven wanneer u rechtsklikt op een voorbeeldafbeelding:

  • Zoom Extents. Hierme stelt u de voorbeeldweergave in zodat de afbeelding helemaal in het venster Preview past.
  • Pan. Hiermee scrollt u horizontaal en verticaal in het venster Preview.
  • Zoom. Hiermee wijzigt u de vergroting van de voorbeeldafbeelding.
  • Visual Styles. Hiermee stelt u in dat de voorbeeldweergave in het dialoogvenster de visuele stijl weerspiegelt.

Preview Update
Hiermee stelt u in hoe vaak de voorbeeldafbeelding wordt bijgewerkt.

Auto-update
Hiermee stelt u in of de voorbeeldafbeelding automatisch wordt bijgewerkt terwijl u de opties bewerkt.

Als u dit selectievakje uitschakelt, kunt u het voorbeeld bijwerken door de knop Update te gebruiken.

Update

Hiermee wordt de voorbeeldafbeelding bijgewerkt zodat de door u aangebrachte wijzigingen worden weergegeven. Deze knop is niet beschikbaar wanneer Auto-update geselecteerd is.


SketchUp Pro - Stunt aanbieding