Hiermee wordt een rasterpatroon in het actieve venster weergegeven.
Oproepmethoden
Werkbalk: Status bar Grid 
Opdrachtinvoer: 'grid voor transparant gebruik
De volgende prompts worden weergegeven.
Specify grid spacing(X) or [ON/OFF/Snap/Major/aDaptive/Limits/Follow/Aspect] : geef een waarde op of voer een optie in
Grid Spacing (X)
Hiermee stelt u het raster in op de opgegeven waarde. Als u x na de waarde invoert, wordt de afstand tussen de rasterpunten ingesteld op de opgegeven waarde , vermenigvuldigd met het magneetinterval.
On
Hiermee schakelt u het raster in met de actieve afstand tussen de rasterpunten.
Off
Hiermee schakelt u het raster uit.
Snap
Hiermee stelt u de afstand tussen de rasterpunten in op het magneetinterval dat met de opdracht SNAP is gedefinieerd.
Major
Hiermee wordt de frequentie van hoofdrasterlijnen in vergelijking met kleinere rasterlijnen opgegeven. In plaats van rasterpunten worden er rasterlijnen weergegeven in alle visuele stijlen behalve 2D Wireframe. (systeemvariabele GRIDMAJOR)
Adaptive
Hiermee wordt de dichtheid van rasterlijnen bepaald wanneer u in- of uitzoomt.
- Adaptive Behavior. Hiermee wordt de dichtheid van rasterlijnen of -punten beperkt wanneer u uitzoomt. Deze instelling wordt ook bepaald door de systeemvariabele GRIDDISPLAY.
- Allow Subdivision Below Grid Spacing. Als deze instelling ingeschakeld is, worden er extra, dichter bij elkaar gelegen lijnen of punten weergegeven wanneer u inzoomt. De frequentie van deze rasterlijnen wordt bepaald door de frequentie van de hoofdrasterlijnen.
Limits
Hiermee wordt het raster weergegeven tot buiten het gebied dat door de opdracht LIMITS gespecificeerd wordt.
Follow
Hiermee wordt het rastervlak gewijzigd zodat het XY-vlak van het UCS volgt. Deze instelling wordt ook bepaald door de systeemvariabele GRIDDISPLAY.
Aspect
Hiermee wijzigt u de afstand tussen de rasterpunten in de X-richting en in de Y-richting.
Als u achter de waarde een x typt, wordt de waarde vermenigvuldigd met het magneetinterval dat met Snap is gedefinieerd en niet met de tekeneenheden.
De optie Aspect is niet beschikbaar als de actieve magneetstijl is ingesteld op Isometric. 
