Hiermee worden de instellingen voor vervaging, contrast en monochroom van een DGN-underlay aangepast.
Oproepmethoden
Knop
Lint: tabblad Insertpaneel ReferenceAdjust
Overzicht
U kunt de standaardwaarden voor Fade, Contrast en Monochrome voor één of meerdere DGN-underlays wijzigen. U kunt de instellingen op een geselecteerde DGN-underlay controleren aan de hand van het palet Properties.
OpmerkingU kunt ook de opdracht ADJUST gebruiken om de vervagings-, contrast- en monochroominstellingen voor DGN-underlays te wijzigen, evenals voor DWF-, DFWx- en PDF-underlays. Ook kunt u hiermee de vervagings-, contrast- en helderheidsinstellingen voor afbeeldingen aanpassen.
Lijst met prompts
De volgende prompts worden weergegeven.
Select DGN underlay: selecteer een of meer DGN-underlays
Enter DGN underlay option [Fade/Contrast/Monochroom] :
Enter fade value (0-100): Typ een waarde
Enter contrast value (0-100): typ een waarde
Monochrome? [Yes/No]: typ yes of no en druk op Enter
Fade
Hiermee regelt u het vervagingseffect van de underlay. U kunt een waarde instellen tussen 0 en 100. Hoe hoger de waarde, hoe transparanter de underlay wordt tegenover de achtergrond. Hoe kleiner de waarde, hoe minder transparant en ondoorzichtiger de underlay wordt. Kiest u de waarde 0, dan wordt de underlay geheel ondoorzichtig.
Contrast
Hiermee stelt u het contrast en indirect het vervagende effect van de underlay in. U kunt een waarde instellen tussen 0 en 100. Hoe groter de waarde, hoe dichter de kleur van elke pixel in de buurt komt van de bijbehorende primaire of secundaire kleur.
Monochroom
Hiermee kunt u de kleurverzadiging van al het lijnenwerk instellen, terwijl de helderheid behouden blijft. Wanneer de optie ingeschakeld is, wordt het lijnenwerk in verschillende grijstinten weergegeven, beginnende bij zwart als de helderheid van de achtergrondkleur 50% of hoger is. Als de helderheid van de achtergrondkleur minder dan 50% is, worden de kleuren omgekeerd, waarbij het donkerste lijnenwerk in wit, en het lichtste in zwart wordt weergegeven.