Heeft u een AutoCAD vraag?

Voordat je een vraag plaatst altijd eerst even de zoek functie gebruiken!

Ga naar het onderwerp en stel uw vraag onderaan de pagina.

Als u bepaalde aanzichten een naam geeft en opslaat, kunt u de opgeslagen aanzichten herstellen voor lay-out of plotten of wanneer u bepaalde details wilt zien. U kunt aanzichten via VIEW of de opdracht CAMERA maken en opslaan.

Een benoemd aanzicht dat met de opdracht VIEW is gemaakt, bestaat uit een specifieke vergroting, positie en richting. In elke tekensessie kunt u het laatste aanzicht in elk venster herstellen, en tot 10 eerdere aanzichten.

Benoemde aanzichten en camera's worden met een tekening opgeslagen en kunnen op elk moment gebruikt worden. Wanneer u een lay-out samenstelt, kunt u een benoemd aanzicht of benoemde camera naar een venster in de lay-out terugplaatsen.

Een aanzicht opslaan

Wanneer u een aanzicht een naam geeft en opslaat, blijven de volgende instellingen bewaard:

  • Vergroting, hartpunt en gezichtshoek
  • Aanzichtcategorie die u aan het aanzicht toewijst (optioneel)
  • De locatie van het aanzicht (het tabblad Model of een specifiek lay-outtabblad)
  • Zichtbaarheid van lagen in de tekening op het moment dat het aanzicht opgeslagen wordt
  • Gebruikerscoördinatenstelsel (UCS)
  • 3D-perspectief
  • Live-doorsnede
  • Visuele stijl
  • Achtergrond

Een benoemd aanzicht herstellen
U kunt een benoemd aanzicht herstellen in het actieve venster. U kunt benoemde aanzichten gebruiken voor het volgende:

  • Een lay-out samenstellen.
  • Een aanzicht herstellen dat u vaak gebruikt terwijl u in een werkvlak werkt.
  • Bepalen welk werkvlakaanzicht weergegeven wordt wanneer de tekening geopend wordt.

Procedure
Het vorige aanzicht herstellen
Klik op tabblad View > paneel Navigate > vervolgkeuzelijst Zoom > Previous.

Met Zoom Previous herstelt u alleen de vergroting en positie van het aanzicht en niet de vorige inhoud van een gewijzigde tekening.

Het vorige aanzicht weergeven tijdens PAN Realtime en ZOOM Realtime

Klik op tabblad View > paneel Navigate > vervolgkeuzelijst Zoom > Previous

Een aanzicht opslaan en een naam geven

  1. Voer een van de volgende handelingen uit:
    * Als er meer dan één venster in het werkvlak is geopend, klikt u in het venster met het aanzicht dat u wilt opslaan.
    * Selecteer het venster als u in een lay-out werkt.
  2. Klik op tabblad View > paneel Views > Named Views.
  3. Klik in de View Manager op New.
  4. Typ een naam voor het aanzicht in het vak View Name van het dialoogvenster New View.
    Als de tekening deel uitmaakt van een set tekenbladen, worden de aanzichtcategorieën voor de set tekenbladen in een lijst weergegeven. U kunt een categorie toevoegen of er een in de lijst selecteren.
  5. Selecteer in de sectie Boundary een van de volgende opties om het gebied van het aanzicht te definiëren:
    * Current Display. Hier wordt het hele gedeelte van de tekening weergegeven dat momenteel zichtbaar is.
    * Define Window. Hiermee wordt een deel van de huidige weergave opgeslagen. Het dialoogvenster wordt gesloten terwijl u de aanwijzer gebruikt om tegenoverliggende hoeken van het aanzicht op te geven. Klik op de knop Define View Window om het venster opnieuw te definiëren.
  6. Klik tweemaal op OK om het nieuwe aanzicht op te slaan.

Een opgeslagen aanzicht herstellen

  1. Voer een van de volgende handelingen uit:
    * Als u meer dan één venster in het werkvlak hebt, klikt u binnen het venster met het aanzicht dat u wilt herstellen.
    * Selecteer het venster als u in een lay-out werkt.
  2. Klik op tabblad View > paneel Views > Named Views.
  3. Selecteer in de lijst Views van de View Manager het aanzicht dat u wilt herstellen.
  4. Klik op Set Current. Klik op OK.

De naam van een aanzicht wijzigen

  1. Klik op tabblad View paneel Views Named Views. Achter de opdrachtprompt voert u view in.
  2. Klik in de View Manager op de aanzichtnaam die u wilt wijzigen. Als het aanzicht nog niet wordt weergegeven, breidt u de toepasselijke View-lijst uit en klikt u vervolgens op een aanzichtnaam.
  3. Selecteer in de sectie General van het paneel Properties de aanzichtnaam. Typ een nieuwe naam.
  4. Klik op OK.

De eigenschappen van een aanzicht wijzigen

  1. Klik op tabblad View > paneel Views > Named Views.
  2. Klik in de View Manager op de aanzichtnaam die u wilt wijzigen. Als het aanzicht nog niet wordt weergegeven, breidt u de toepasselijke View-lijst uit en klikt u vervolgens op een aanzichtnaam.
  3. Klik in het paneel Properties op de eigenschap die u wilt wijzigen.
  4. Geef de nieuwe eigenschapswaarde op door een nieuwe waarde in te voeren of uit een lijst met waarden te kiezen. Klik op OK.

Een benoemd aanzicht verwijderen

  1. Klik op tabblad View paneel Views Named Views. Achter de opdrachtprompt voert u view in.
  2. Klik in de View Manager op een aanzicht en dan op Delete.
  3. Klik op OK.

Een lijst met opgeslagen vensterconfiguraties bekijken
Klik op tabblad View > paneel Viewports > Named. Typ vports achter de opdrachtprompt. .

De lijst met opgeslagen vensterconfiguraties wordt weergegeven op het tabblad Named Viewports van het dialoogvenster Viewports.

Opdrachten

VIEW
Hiermee worden benoemde aanzichten, camera-aanzichten, layout-aanzichten en vooraf ingestelde aanzichten opgeslagen en hersteld.

VPORTS
Hiermee kunt u meerdere vensters in een werkvlak of papierkader maken.

ZOOM
Hiermee kunt u in- of uitzoomen op het aanzicht in het actieve venster.

SketchUp Pro - Stunt aanbieding